Bouwen aan sociale netwerken
“Wij zien steeds meer buurtbewoners die geïsoleerd zijn geraakt” vertelt Linda van den Abeelen, sociaal werker/ouderenwerk in Gooise Meren. Mensen wonen steeds meer en steeds langer thuis. Hoewel dit vaak een grote wens is, heeft het ook een keerzijde. Er is steeds meer eenzaamheid door gezondheidsproblemen, cognitieve problemen, het overlijden van een partner en verlies van vrienden en kennissen.
Het gaat inmiddels om een grote groep ouderen. Collega Danielle Vernhout is coördinator van ’t Bussums Geheugenhuis en het Alzheimer Café Gooise Meren. Zij geeft wat cijfers: “Landelijk gezien woont zo’n 90 % van de ouderen thuis en 1 op de 5 mensen krijgt dementie”. Het betreft ouderen met een heel leven achter zich, vaak te goed voor een zorgindicatie, maar wel behoefte aan een gesprek over hun leven, over ouder worden en over verlies en over hoe nu verder? Ouderen met heel verschillende achtergronden en met verschillende behoeftes. Zij zoeken steun en verbinding. Linda: “Daarin spelen wij als sociaal werkers een belangrijke rol. Denk aan een 97-jarige dame die maatschappelijk nog mee wil doen, of een eenzame oudere dame die niet tussen de ouderen wil zitten of een meneer die vindt dat hij geen dementie heeft, maar wel een handje wil helpen.”

Het eerste contact
“De meeste mensen komen niet uit zichzelf bij ons terecht, hoewel een enkeling ons zelf belt. Vaak komen we met hen in contact via hun kinderen of andere familieleden of een bezorgde buurman. Daarnaast weten ook de POH’s [praktijkondersteuners huisartsen], thuiszorgmedewerkers en casemanagers dementie ons goed te vinden, net zoals diverse organisaties met wie wij samenwerken. En soms zijn het vrijwilligers, of natuurlijk collega’s die ons inlichten”, zegt Linda. De ondersteunings- of hulpvraag kan in eerste instantie heel concreet zijn naar bijvoorbeeld personenalarmering of hulp bij administratie of een maatje, maar vaak zit er meer achter.
Er is geen standaard oudere
Linda: “We gaan altijd eerst een gesprek aan met degene die het betreft, bij voorkeur via een huisbezoek. In de eigen leefomgeving kun je namelijk goed uitvragen en ontdekken wat er echt speelt. Daar heb je allerlei aanknopingspunten voor een gesprek, zoals muziekvoorkeur, foto’s of boeken. En kunnen we gelijk zien of de koelkast gevuld is en of het schoon in huis is. Soms is er sprake van rouw of verlies, geen contact meer met de kinderen, maar we zien ook straatangst, alcoholproblemen of achterstand in de administratie.”
Danielle: “We gaan het gesprek open in. Belangrijk is om te achterhalen wat écht de behoefte van iemand zelf is. Er is geen standaard ‘oudere’. Mensen worden mondiger, willen zelf keuzes kunnen maken, zo lang mogelijk de eigen regie behouden en graag gelijkgestemden ontmoeten. Vraag je maar eens af hoe je zelf oud zou willen worden? En vergis je niet, juist mensen die goed uit hun woorden weten te komen, weten vaak ook hun kwetsbaarheden goed te verbergen.”
Soms vragen mensen of hun kinderen in eerste instantie om een maatje voor gezelschap. Maar een maatje is er niet elke dag. Bovendien wil je niet dat iemand te veel gaat leunen op 1 vrijwilliger. “Daarom is ons collectieve aanbod in de wijkcentra zo belangrijk. Dit biedt meer continuïteit en brengt mensen met elkaar in contact, daar is het ons om te doen. Een maatje kan iemand wél goed helpen om de eerste stap te zetten naar een groepsactiviteit, om iemand over de drempel te helpen.”
Stereotypen
“Een vraag die wij veel krijgen: is er iets anders dan bingo?”, zegt Linda. Dat is helaas toch nog een beeld dat bij veel mensen leeft als zij aan een buurthuis of wijkcentrum denken. Maar er is zoveel meer mogelijk. Ook leeft soms nog het vooroordeel dat een buurthuis niet iets voor hoger opgeleiden is, maar ook dat klopt niet. “We bieden echt een aanbod dat zoveel mogelijk inspeelt op de vraag van de ouderen zelf.”
Tussen de mensen
“Onze kracht is juist dat we met groepen werken. En dat we mensen weten te verleiden om gewoon een keertje mee te doen. Om achter die voordeur vandaan te komen en niet alleen in hun eigen omgeving te blijven zitten. Een nieuwe omgeving werkt als een positieve prikkel. Door herkenning bij anderen ontstaat verbinding tussen de mensen. Zo helpen we mensen een sociaal netwerk op te bouwen vanuit ons collectief aanbod. We koppelen letterlijk mensen aan elkaar. En dat werkt.”, aldus Danielle.

ZINgeving
Linda: “Een mooi voorbeeld zijn de bijeenkomsten die wij organiseren rond zingeving. Hier komen onderwerpen aan bod als vreugde, verdriet, eenzaamheid en verbondenheid. Uit deze bijeenkomsten zijn inmiddels weer zelfstandige groepen ontstaan, die samenkomen om gesprekken te voeren, bij iemand thuis gaan koken, samen lunchen in wijkcentrum Uit-Wijk of samen uitstapjes maken, bijvoorbeeld naar het Singermuseum.”
’t Bussums Geheugenhuis
’t Bussums Geheugenhuis is speciaal voor thuiswonende mensen met lichte geheugenproblemen. Danielle: ”De echte zorg is voor hen nog een stap te ver. Zij willen niet of nog niet naar de dagbesteding. En gewoon mee doen in de maatschappij en zelfstandig blijven. Dat kan bij ons, elke ochtend in een vaste veilige groep. Er is saamhorigheid, we focussen op wat nog wel kan en kiezen voor een positieve benadering. We zien dat er warme relaties ontstaan. Mensen komen opeens wel ’s ochtends hun bed uit, horen we van partners. Dat is toch prachtig!”
En, benadrukt Danielle, het Geheugenhuis is zowel voor mensen met een diagnose of indicatie, als zonder. Lang niet iedereen heeft namelijk een officiële diagnose gekregen. Daar zit veel leed en eenzaamheid, bij degene die het betreft én de mantelzorger. Volgens Alzheimer Nederland voelt 1 op de 3 zelfstandig wonende ouderen met dementie zich vergeten. Zij zien minder dan 1 keer per week mensen. “Wij zoeken juist die mensen op die niet in beeld zijn.”